Wedstrijden van Oranje op een eindtoernooi (vooral knockout fase) maken bij mij altijd een zeldzame spanning los. Een spanning die ik buiten dat alleen ken van prijsuitreikingen bij het corso en de kampioenswedstrijd van Ajax in 2011.
Zo waren de wedstrijden tegen Mexico, Costa Rica en Argentinië wederom zenuwslopend. Bij de 1-1 van Sneijder tegen Mexico sprong ik zo hard op dat ik snoeihard met m’n hand tegen de box naast me aan sloeg. En van de penalties van Oranje tegen Costa Rica heb ik er geen enkele live gezien omdat ik naar het gras van Werchter staarde.
Ik bijzonder slecht tegen verliezen en sinds begin jaren ‘90 kan ook bij uitschakeling van Oranje op deze toernooien het me nog een paar dagen aardig dwars zitten. Die vrije trap van Branco in ‘94, de penalty series van ‘98 en 2000 en die finale van 4 jaar geleden Dat we in de paar seconden voor die winnende treffer van Spanje in die wedstrijd geen corner kregen kan me nog steeds dwars zitten.
Ook afgelopen woensdag tegen Argentinië zat de hartslag weer ruim boven de 140 de gehele wedstrijd. Gedurende de wedstrijd bekroop me al het gevoel dat het niet de strijd tussen Robben en Messi werd maar eentje tussen Vlaar en Mascherano. Een apart soort gelatenheid viel ook over me heen toen bleek dat de kansen voor Oranje steeds kleiner werden gedurende de penalty shout-out. Normaal was gesproken was ik naar boven gelopen en gaan slapen maar dit keer keek ik rustig de hele nabeschouwing alvorens m’n nest in te duiken.
Even voordat ik de slaapkamer in liep keek ik nog even of m’n dochtertje nog rustig lag te slapen. En bij het aanblik van die serene rust in dat kinderbedje kon er alweer een glimlach vanaf … iets met ouder en wijzer worden denk ik.